Rotterdam,
03
april
2024
|
17:01
Europe/Amsterdam

Laagbouwwoningen in Overvecht-Noord niet geschikt voor betaalbaar warmtenet

Eneco stopt met ontwikkeling van warmtenet

Eneco heeft besloten om te stoppen met het ontwikkelen van een collectief warmtenet in de wijk Overvecht-Noord in Utrecht. Wij hebben geconcludeerd dat de betaalbaarheid van de uitbreiding van het warmtenet in deze wijk onvoldoende geborgd kan worden voor de bewoners.

Sinds 2021 onderzoekt Eneco samen met de gemeente Utrecht of een warmtenet een betaalbare, betrouwbare en duurzame optie is om de wijk van het gas af te halen. De hoofdreden voor het stopzetten van de ontwikkeling van het warmtenet is dat 75% van het gebied bestaat uit grondgebonden eengezinswoningen. De woningen liggen relatief ver uit elkaar, waardoor er veel warmtenet per woning nodig is. De aanleg hiervan is kostbaar, terwijl de warmtevraag in deze wijk relatief laag is. Eneco is ervan overtuigd dat in deze situatie met laagbouwwoningen andere warmtetechnieken, zoals een hybride warmtepomp, betaalbaarder zijn dan een warmtenet.

Het besluit om te stoppen met de ontwikkeling van een warmtenet in Overvecht-Noord sluit aan bij de visie van Eneco dat we in Nederland alleen in die wijken warmtenetten zouden moeten aanleggen waar deze significant goedkoper zijn dan de alternatieven. Alleen dan is het aantrekkelijk voor huurders en woningeigenaren om over te stappen op een warmtenet en kan er voldoende draagvlak ontstaan.

Waarom nu stoppen?

Recent hebben een aantal wijzigingen voorgedaan die ons tot dit moeilijke besluit hebben gebracht:

  • De gemeente Utrecht heeft in januari 2024 het definitieve warmtegebied in de wijk Overvecht-Noord aangewezen en verkleind. Hierdoor zijn veel flats afgevallen en blijven veel laagbouwwoningen over. Eneco is ervan overtuigd dat in deze situatie een alternatief pakket met isolatie en (hybride) warmtepompen bewoners een lagere maandelijkse energierekening gaat opleveren dan een warmtenet. Wij verwachten daarom dat de deelnamedrempel van minimaal 70% die benodigd is voor een betaalbaar warmtenet niet zou zijn gehaald. Ter illustratie: in december 2023 zijn de gemeente Pijnacker-Nootdorp en het publieke warmtebedrijf HVC er niet in geslaagd om in een soortgelijke situatie een deelnamedrempel van 50% te halen.
  • In maart 2024 heeft het college van de gemeente Utrecht in een brief aan de gemeenteraad laten weten geen publiek-private samenwerking met Eneco te willen verkennen, maar te kiezen voor een publiek gemeentelijk warmtebedrijf. Deze keuze van de gemeente betekent dat nieuwe investeringen van Eneco in een warmtenet meer investeringsonzekerheid met zich mee gaan brengen met het oog op de mogelijke komst van de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw).
  • Naast bovengenoemde redenen speelt mee dat er sinds enkele weken veel onzekerheid is over de regulering van de warmtetarieven. Op dit moment wordt een spoedwet behandeld in de Tweede Kamer waarvan de impact voorlopig nog onbekend is. Er wordt nu gewacht op nadere uitwerking door de ACM. Eneco is voorstander van een snelle invoering van kostengebaseerde warmtetarieven per 1 januari 2025.

Kosten en transparantie

Daarnaast is door de gemeente en Eneco samen gekeken naar manieren om de kosten van de aanleg van het warmtenet te reduceren, bijvoorbeeld door het verkrijgen van subsidies en het combineren van verschillende werkzaamheden, zoals samenwerking bij rioolvervanging en aanleg van het warmtenet. In de praktijk bleek dit niet voldoende kostenreductie op te leveren. De gemeente heeft het adviesbureau Innoforte gevraagd om het kostenoverzicht voor dit project onafhankelijk te controleren op juistheid. Door de cijfers te laten valideren door dit bureau, heeft Eneco getracht maximale transparantie te geven over het kostenoverzicht en daarmee een haalbaar en betaalbaar bod neer te leggen. De hoofdconclusie van deze second opinion luidde dat de berekende kosten van Eneco realistisch zijn en dat de werkelijke investerings- en operationele kosten waarschijnlijk nog iets hoger liggen dan Eneco zelf had berekend.

Eneco blijft ervan overtuigd dat een collectief warmtenet wel de goedkoopste oplossing is voor wijken in Nederland met veel hoogbouw en aantrekkelijke lokale warmtebronnen, zoals ook blijkt uit analyses van de Rijksoverheid en het Planbureau voor de Leefomgeving. Eneco ziet warmte via warmtenetten dus nog steeds als een essentieel onderdeel van de duurzame energiemix van de toekomst en hoopt dat nieuwe wetgeving de warmtetransitie in Nederland een stap verder kan brengen.