Rotterdam,
18
december
2014
|
11:46
Europe/Amsterdam

Groenlabel van Albert Jan Maat (LTO Nederland)

Samenvatting

Albert Jan Vermaat is voorzitter van LTO Nederland, de branche-organisatie van land- en tuinbouwbedrijven. Hoe ‘groen’ is deze voorman van agrarisch Nederland? “Ik vind het verbijsterend dat de vliegtuigindustrie zo achterloopt op de landbouw wat duurzaamheid betreft.”

Wat doet u persoonlijk aan duurzaamheid?

“Ik heb een energiedak op mijn huis. Dat is een techniek waardoor het water in huis opwarmt zodra het buiten warmer is dan 10 graden. Ik heb een hybride Volvo V60, met een eigen laadpaal thuis. Als het even kan, reis ik ook met de trein. Ik gebruik privé groene stroom. Ik heb een stuk bos, waar ik haardhout en hout voor de barbecue verbouw en kap.”

Wat is de belangrijkste reden dat u zo bewust bezig bent?

“We moeten de aarde niet slechter achterlaten dan wij haar hadden toen wij geboren werden. Het is niet duurzaam te leven op fossiele brandstoffen en spullen te gebruiken die niet hernieuwbaar zijn. Het mooie is dat we heel veel energie kunnen hergebruiken, als we het goed aanpakken.”

Doet u voldoende om de aarde niet slechter achter te laten?

“Is mijn bijdrage groot genoeg? Nee, dat zal hij nooit zijn. Hoe minder je rijdt, hoe beter het is, bijvoorbeeld. Ik moet voor mijn werk veel reizen, dus ik zou centraler kunnen wonen. Ik heb er echter bewust voor gekozen dat niet te doen en daar ben ik tevreden over.”

Welke prijs bent u bereid te betalen voor een duurzame energievoorziening?

“Als het echt duurzame energie is, ben ik privé bereid om daar meer voor te betalen. Wel onder één voorwaarde, namelijk dat mijn energiemaatschappij bijvoorbeeld niet voor miljoenen euro’s betaalde voetbalclubs gaat sponsoren.”

U rijdt een hybride auto. Als elektrische auto’s goedkoper worden dan nu en verder kunnen rijden, stapt u dan over?

“Ik zou erover nadenken, dat heb ik bij de aanschaf van mijn huidige auto ook gedaan. Omdat ik vaak naar dunbevolkte gebieden reis, is een goede actieradius wel belangrijk. Maar ik vind elektrisch rijden een goede ontwikkeling, dus ik zou het serieus overwegen.”

Zouden er windmolens in Paterswolde, uw woonplaats, moeten komen?

“Ja, dat zou ik zeer toejuichen. Ik vind het wel essentieel dat omwonenden aandeelhouder van de windmolens kunnen worden en dat zij de windstroom ook kunnen afnemen, zoals in Duitsland en enkele regio’s in Nederland ook gebeurt. Mensen hebben nu overlast van windmolens. Maar als ze zelf eigenaar van een molen zijn, wordt het een heel ander verhaal. We moeten veel kleinschaliger naar energie kijken. Ik hoop dat we aan de vooravond staan van een revolutie in energievoorziening. Er zijn veel plaatsen die bijna energieonafhankelijk kunnen worden.”

Wat is de rol van boeren daarbij?

“De landbouwsector heeft zijn klimaatdoelen voor 2020 nu al gehaald. Wij leveren 40% van de Nederlandse duurzame energie. Daar zijn we zo ongelofelijk trots op. LTO en de overheid stimuleren boeren om asbestdaken door daken met zonnepanelen te vervangen. LTO is op dit moment de grootste leverancier van zonnepanelen in Nederland. Ik ben er ook voor om eerder een bouwvergunning voor een stal te verlenen, als de boer ook zonnepanelen op het dak van de stal legt. Ik vind ook dat wie dat doet minder energiebelasting zou moeten betalen.

Het mooiste zou zijn als burgers, boeren en energiemaatschappijen samen regionale energiecoöperaties zouden opzetten. Ons boeren zit het coöperatieve denken in het bloed en energiemaatschappijen zouden het dicht bij huis moeten zoeken. Wij hebben forse kritiek op Nederlandse energiemaatschappijen die afval of sloopmateriaal in het buitenland opkopen en daarvan stroom maken.”

Als u een keuze moet maken uit gas, kolen en nucleair als stroombron, welke kiest u dan?

“Ik heb nog een eerste voorkeur voor aardgas en een tweede voor nucleair, mits veilig. Nucleair is op zich een heel schone techniek. Het liefste heb ik duurzame energie, als ik kon kiezen.”

Zou een slimme meter u helpen energie te besparen?

“Nee, dat denk ik niet. Wij zijn er nu ook behoorlijk bewust mee bezig. Ik vraag mij werkelijk af of het veel toevoegt. Ik ga er al redelijk boerenslim mee om.”

Welke milieuvervuilende bezigheden kunt u echt niet missen?

“Autorijden blijft nodig. Ik stook graag een vuurtje en ik geef ook wel een barbecue. En ik vlieg wel, maar niet overdreven veel. Ik vind het overigens verbijsterend dat de vliegtuigindustrie zo achterloopt op de landbouw wat duurzaamheid betreft. Vliegtuigen zijn enorme energieslurpers, maar maatschappijen betalen geen energiebelasting. Zelfs boeren doen dat, terwijl zij het meest essentiële produceren wat we nodig hebben.”

Welk energielabel geeft u zichzelf?

“Tussen B en C. Ik rij nog veel, ben niet verhuisd naar een centrale plaats in het land, maar ik rijd energiezuinig. Een A zou voor mij misplaatst zijn. Maar bij B en C voel ik me wel senang.”