Eneco eMobility groeit door overname FLOW Charging
Eneco eMobility heeft 100% van de aandelen overgenomen van het in Zwijndrecht gevestigde Flow Nederland B.V., handelend onder de naam FLOW Charging. Met deze aankoop voegt Eneco eMobility circa 2000 actieve laadpalen en 4500 laadpassen toe aan haar portfolio. Eneco eMobility breidt hiermee haar klantenportefeuille uit met onder andere KLM en KPN en groeit in de markt voor zakelijke laadpunten en thuisladen. De overname is met terugwerkende kracht geëffectueerd per 1 januari 2019. Financiële details van de transactie maken partijen niet bekend.
Eneco ziet e-mobility als belangrijke groeimarkt. Bram Poeth, directeur Eneco eMobility: ‘We zijn een top drie dienstverlener in elektrisch autoladen in Nederland, België en Duitsland en hebben de ambitie om een sterke Europese speler te worden. Met de overname van FLOW Charging zijn we weer een stap dichterbij het realiseren van dat doel. Zo groeit ons aantal actieve laadpalen naar meer dan 12000 en zijn er meer dan 20000 van onze laadpassen in omloop. Daarnaast nemen we met deze overname waardevolle klantcontracten over in de zakelijke markt.’
Het management van FLOW Charging blijft nog voor een nader te bepalen periode bij het bedrijf betrokken om te zorgen voor een succesvolle overdracht en integratie. Bregje Schoonen, directeur van FLOW Charging: ‘Met FLOW Charging hebben wij aan de basis gestaan van elektrisch rijden. Toen was de markt nog erg onzeker, maar inmiddels is iedereen overtuigd van de groei die elektrisch rijden door gaat maken. Wij zijn er trots op dat wij onze Nederlandse en Europese klanten mogen faciliteren bij hun elektrische laadinfrastructuur. Met Eneco eMobility hebben wij de juiste partij voor onze klanten gekozen voor verdere groei. Onze huidige dienstenportfolio sluit naadloos aan en daarbij investeert Eneco eMobility in aanvullende diensten voor onze zakelijke klanten. Met vereende krachten vergroten we het vertrouwen voor onze klanten om zorgeloos elektrisch te kunnen rijden. Mooi om hiervan deelgenoot te mogen zijn.’